Martine Consten (programma-manager Kunst en Cultuur bij VSBfonds) weet hoe ze dat bij Museum Jan Cunen voor elkaar krijgen. Ze neemt ons mee naar Oss, waar we in gesprek gaan met museumdirecteur Herman Tibosch.
‘Museum Jan Cunen is hét museum van Oss en de regio, met een landelijke uitstraling’, zo begint Herman Tibosch zijn rondleiding. ‘Wat ooit begon met een verzameling lokale archeologische vondsten van stadsarchivaris en naamgever Jan Cunen, werd later aangevuld met een collectie 19e eeuwse kunst. ‘Vandaag de dag is het museum nog altijd gevestigd op de plek waar Jan Cunen ooit zijn eerste tentoonstellingsruimte inrichtte: de historische stadsvilla die vroeger dienstdeed als stadhuis. Naast onder meer een educatieve functie en de ambitie om een springplank voor jonge kunstenaars te zijn, vertellen we hier aan de hand van archeologische vondsten, kunstwerken, voorwerpen en anekdotes ‘het verhaal van Oss’. Alle facetten uit verleden en heden komen aan bod. Ook de industrie van toen en nu bijvoorbeeld. En ja, ook de donkere kant. De Bende van Oss. En waar het verhaal dat Ossenaren messentrekkers zijn vandaan komt. De verhalen vormen letterlijk het hart van het museum en fungeren als inspiratiebron voor de tentoonstellingsprogrammering.’
Lokale, maatschappelijke relevantie
Volgens Martine Consten draagt Museum Jan Cunen bij aan wat VSBfonds voor ogen heeft. ‘Een sociale, inclusieve en creatieve samenleving waarin iedereen wil, mag en kan meedoen. Dit is zo’n culturele plek waar ze het voor elkaar krijgen dat er een heel breed publiek samenkomt en met elkaar verbonden raakt. Onze eerste donatie stamt al uit het begin van deze eeuw. Een tijd waarin fondsen nog voornamelijk musea met landelijke exposure en blockbuster-tenstoonstellingen ondersteunden. Dat doen we ook nog wel, maar de focus is flink verbreed naar musea met meer maatschappelijke relevantie en regionale impact.’