Na 22 jaar burgemeesterschap werd Bernt Schneiders in 2016 directeur van VSBfonds. Negen jaar later neemt hij afscheid en keert hij terug in het ambt, als waarnemend burgemeester van Noordwijk. In deze afscheidsblog spreekt Bernt zich een laatste keer als directeur uit over een aantal woorden die zijn tijd bij VSBfonds gekenmerkt hebben. ‘Er gaat een mooie strik om een rijke ervaring die ik nooit had willen missen.’
2016
‘Toen ik bij VSBfonds begon, kende ik de fondsenwereld al wel. Als burgemeester én inwoner van Haarlem was ik nauw betrokken bij het maatschappelijke en culturele veld. Denk aan poppodium Patronaat, film- en theaterhuis De Schuur én Bevrijdingspop, een festival dat draait op vrijwilligers en veel sociale verbinding brengt. Ook was ik betrokken bij Schalkwijk. Ooit een Vogelaarwijk (een krachtwijk die extra Rijkssteun kreeg, aangewezen door toenmalig minister Vogelaar, red.), nu een wijk vol vernieuwing en betrokken bewoners. Daar heb ik de kracht van betrokken buurtbewoners en bewonersinitiatieven ervaren. Ondanks al die ervaring was directeur worden van VSBfonds toch een sprong in het diepe. Ik heb er geen moment spijt van gehad.’
Sinterklaas
‘Een enkeling dacht dat directeur zijn van VSBfonds een soort Sinterklaas spelen is. Maar zo werkt het totaal niet. We streven naar een sociale, inclusieve en creatieve samenleving waarin mensen elkaar ontmoeten en eerlijke kansen krijgen. Dat is een duidelijke missie, maar het zijn de initiatiefnemers in het land die die missie waar kunnen maken met onze steun. Onze taak is om het donatiebudget van zo’n 30 miljoen euro per jaar zo effectief mogelijk aan hen te besteden. Dat is een heel grote verantwoordelijkheid.’
Fifty-fifty
‘Na de financiële crisis werd VSBfonds flink geherstructureerd. Toen ik kwam, moesten we het fonds opnieuw uitvinden. We organiseerden ‘koersdagen’. En we besloten het kunstfonds te transformeren naar een fonds dat zowel sociaal-maatschappelijke als culturele initiatieven ondersteunt. Er moest een fifty-fifty-balans komen: Mens & Maatschappij en Kunst & Cultuur.’